Het terrarium

Maten
Een van de belangrijkste benodigdheden is het terrarium. Een terrarium is een kunstmatige leefomgeving van een in gevangenschap gehouden diersoort. Hier kunnen piepkleine beestjes in worden gehouden, maar ook meters lange reptielen. De maat is daarom erg belangrijk. Het verschilt nogal welke soort wandelende tak je er in wilt gaan houden. Er zijn wandelende takken die zeker 13 cm worden, en andere die slechts een paar cm blijven. Ook hebben je takken ruimte nodig om goed te kunnen vervellen. Je moet er vanuit gaan dat ze niet aan het bovenste puntje van de bak gaan hangen, en dat ze er dan 2x in moeten kunnen in de hoogte. Over het algemeen geldt dus: de hoogte van je bak moet 3x zo groot zijn als de lengte van de volwassen tak. Daarbij moeten je beestjes voldoende ruimte hebben om te bewegen, verschuilen en eten. Het hangt er ook vanaf hoeveel takken je er in wilt zetten, ze moeten elkaar natuurlijk niet in de weg lopen. Neem daarom altijd een ruime bak. Als je wilt weten hoe groot een soort kan worden, kun je de PSG-lijst raadplegen.

Je terrarium kan een grote glazen bak zijn met een deksel, maar ook een oud aquarium of plastic bak met horgaas erover. Zorg wel dat je geen ontsnappingsmogelijkheden biedt, de kleine nimfjes kunnen al door het kleinste gaatje!

Kijk ook goed naar de ventilatie die een soort vereist, en zorg dat er dus voldoende ventilatieroosters aanwezig zijn, en maak zonodig wat bij. Zo kun je in de deksel van een oud aquarium al gauw een stuk gaas plaatsen.

De inrichting
Als eerste moet je kijken voor een goede bodembedekking. Je moet hiervoor ten eerste weten of je soort eventueel eitjes in de grond boort. Dit kun je wederom vinden op de PSG-lijst. Als dit zo is moet je een bodembedekking van bosgrond, cocopeat, cactusaarde, turf, o.i.d. gebruiken. Je mag geen potgrond gebruiken, aangezien hier pesticiden in worden gedaan, waaraan je takjes dood kunnen gaan. Als de betreffende soort géén eitjes in de grond boort maar gewoon laat vallen kun je ook keukenpapier gebruiken. Dit is makkelijk met het verschonen en het uitvissen van de eitjes, maar ziet er wel onnatuurlijk uit, dus aan jou de keus.

 

Daarnaast moet je terrarium over de benodigde voedselplanten beschikken. Deze kun je weer vinden op de PSG-lijst. Veel voorkomende voedselplanten zijn: Klimop, braam, eik, hazelaar, roos, Eucalyptus, Hypericum, liguster, sering, etc. maar sommige exotische soorten vereisen mogelijk wat moeilijker aan te komen planten als guave. In principe moet je zorgen dat je ten minste één van de voedselplanten biedt, maar over het algemeen geldt dat meerdere voedselplanten bieden leidt tot sterkere beestjes. Zo is het beter om aan de PSG 9 én braam én Eucalyptus te bieden, dan enkel braam. Je voedselplanten kun je het beste in een blokje vochtig steekschuim steken, of een reageerbuis met water, zodat deze wat langer vers blijven.

Er zijn soorten die zich overdag verschuilen, of die juist veel klimmen. Zorg dus eventueel voor schors op de bodem, wat klimtakken etc.

Verschonen
Je beestjes moeten af en toe ook wat ontlasting kwijt, en dit valt gewoon op de grond en gaat op den duur schimmelen. Ook verdorren de voedseltakken en vallen de blaadjes af. Het is dus nodig dat je af en toe de bak verschoont. Een keer per 1 à 2 weken is voldoende. Je zet de beestjes tijdelijk in een apart bakje, haalt alle voedselplanten eruit, ruimt de beschimmelde poepjes op de bodem op (als je keukenpapier gebruikt kun je deze ook verversen), en zoekt eventueel de eitjes er uit en stopt alles er weer schoon en vers in. Dan de beestjes weer terug en de 'onderhoudsbeurt' is weer klaar. Eens in de 2-3 maanden moet je de bak wel echt helemaal uitkuisen, dus ook de grond vervangen en de wanden wat schoonmaken met wat schuurmiddel.

Luchtvochtigheid en Temperatuur
Wat erg belangrijk is voor de wandelende takken is een jusite temperatuur en luchtvochitgheid (RV). De meeste wandelende takken kunnen gewoon op kamertemperatuur, als het 's-nachts niet onder de 17 à 18°C daalt. Sommige soorten vereisen echter een hogere temperatuur. De temperatuur kun je het beste verhogen d.m.v. een gloeilamp (10-30W, afhankelijk van de gewenste temperatuur), welke je op een timer zet. Je kunt het ook doen via speciale warmtematjes en -kabels, welke in speciaalzaken verkrijgbaar zijn. Zorg er ook voor dat het in de winter niet teveel afkoelt.

Een ander aspect is de luchtvochtigheid ofwel RV. Sommige soorten hebben een hele lage RV nodig, dat betekend dat je er dus niets aan hoeft te doen, en moet zorgen voor een goede lamp en veel ventilatie. Veel soorten hebben echter een hogere RV nodig dan normaal. Dit kun je wat opkrikken door met een plantenspuit wat water te vernevelen in de bak. Doe dit bij voorkeur 's-avonds, dan zijn de takken actief en kunnen ze nog wat drinken. De RV kun je meten met een hygrometer, maar het komt echt niet op de % nauwkeurig. Je moet alleen niet overdrijven, het zijn nog altijd geen vissen! Als een soort een zeer hoge RV vereist moet je minder ventilatie bieden, en een vochtvasthoudende bodem als cocopeat draagt ook bij.

Informatie over de temperatuur en luchtvochtigheid van bepaalde soorten is weer te vinden op de PSG-lijst.